Thuis & Leven - De Stand
De belofte van een slim huis achtervolgt ons al decennia: een omgeving die naadloos anticipeert op onze wensen. Tot voor kort was de realiteit weerbarstig, met losse apps en simpele commando’s. Is kunstmatige intelligentie nu eindelijk aan het evolueren van veredelde afstandsbediening naar een werkelijk intelligente partner in ons dagelijks leven?
Het brein van uw huis wordt slimmer
De centrale intelligentie in huis ondergaat een transformatie. Waar de eerste spraakassistenten fungeerden als een reactief doorgeefluik, zien we nu de opkomst van proactieve systemen. De eerste slimme speakers met assistenten als Amazon Alexa en Google Assistant dienden als centraal punt voor commando’s als “doe het licht aan”. De nieuwste generatie, aangevoerd door systemen als Google's Gemini for Home en Amazon's Alexa+, is gebouwd op de technologie van grote taalmodellen (Large Language Models, LLMs). Dit zijn modellen die complexe, natuurlijke taal begrijpen en de intentie van de gebruiker afleiden. Een oud commando als “doe het licht in de woonkamer aan” wordt overtroffen door de capaciteit om een opdracht als “doe overal de lichten uit, behalve in mijn slaapkamer” te verwerken.
Deze geavanceerde intelligentie is echter nutteloos als het brein niet kan communiceren met de apparaten van verschillende merken. Dit ‘walled garden’-probleem, waarbij elk merk zijn eigen ecosysteem beschermt, frustreert de ontwikkeling al jaren. De industrie poogt dit nu op te lossen met het Matter-protocol, een universele standaard ondersteund door alle grote spelers. Het moet fungeren als een keurmerk dat garandeert dat apparaten naadloos samenwerken. De paradox is dat het succes van geavanceerde AI in huis volledig afhangt van het welslagen van deze fundamentele communicatiestandaard.
Huishoudelijke apparaten denken zelfstandig mee
AI is niet langer beperkt tot een centrale hub, maar wordt steeds vaker direct ingebed in individuele apparaten. Een sprekend voorbeeld is de koelkast die de rol van voedselmanager op zich neemt. Samsung’s nieuwste Family Hub™-koelkasten zijn uitgerust met AI Vision Inside™, een technologie die via een interne camera en beeldherkenning een actuele inventaris bijhoudt, recepten voorstelt en boodschappenlijstjes aanvult. Hierdoor verandert een alledaags apparaat in een gespecialiseerd, datagedreven hulpmiddel.
Op vergelijkbare wijze transformeert de wasmachine tot een textielexpert. De AI DD™-technologie (Artificial Intelligence Direct Drive) van LG gebruikt sensoren om het gewicht en de zachtheid van de stof te detecteren en vergelijkt dit met een database om de optimale wascyclus te kiezen. Het doel is niet alleen een schone was, maar vooral het minimaliseren van slijtage. Ook de robotstofzuiger evolueert tot een slimme navigator. De Roomba j-serie van iRobot maakt gebruik van PrecisionVision Navigation, een systeem dat actief obstakels zoals snoeren en uitwerpselen van huisdieren herkent en vermijdt. Deze voorbeelden illustreren een diepere trend: huishoudelijke klussen worden datamanagementtaken.
Uw energierekening wordt een datavraagstuk
In Nederland is de meest tastbare toepassing van AI in huis momenteel te vinden in energiebeheer. Intelligente systemen transformeren huishoudens van passieve consumenten in actieve deelnemers aan het elektriciteitsnet. De slimme thermostaat is hiervan de bekendste vorm; de Toon van Eneco leert de thermische eigenschappen van een woning en berekent de optimale starttijd voor de verwarming. Een meer geavanceerde toepassing is het slim laden van elektrische auto’s. Diensten als die van Tibber en de ANWB Slim Laden-app sturen het laadproces automatisch naar de uren met de laagste stroomprijzen. De AI kan zelfs de accu van de auto inzetten om het landelijke stroomnet te stabiliseren, waarvoor de gebruiker financieel wordt gecompenseerd. Zo fungeert een netwerk van duizenden autoaccu’s als een virtuele energiecentrale.
De onzichtbare prijs van al dit gemak
De toenemende intelligentie van apparaten creëert een spanning tussen gemak en privacy. Dit dwingt consumenten tot een kritische houding. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) adviseert om vóór aankoop privacyverklaringen te lezen en onafhankelijke tests te raadplegen. De Consumentenbond onderzoekt in haar tests bijvoorbeeld specifiek de digitale veiligheid van slimme deurbellen, zoals de beveiliging tegen ‘man-in-the-middle’-aanvallen en de helderheid van het updatebeleid. Veiligheid is immers geen producteigenschap, maar een doorlopende dienstverlening.
Op Europees niveau vindt een fundamentele verschuiving plaats met de introductie van de EU Data Act, die vanaf 12 september 2025 van kracht wordt. Deze wet verankert het recht van gebruikers op toegang tot de data die hun apparaten genereren en het recht om deze data te delen met derden. In Nederland zullen de Autoriteit Consument & Markt (ACM) en de AP toezien op de handhaving. De data wordt niet langer gezien als exclusief eigendom van de fabrikant, maar als een bezit van de gebruiker.
Zorg en comfort krijgen een nieuwe dimensie
Naast gemak vindt AI een cruciale toepassing in het ondersteunen van zelfstandig wonen en zorg. Juist hier komen ethische vraagstukken scherp naar voren. Kenniscentrum Vilans beschrijft toepassingen als leefstijlmonitoring, waarbij sensoren veranderingen in dagelijkse routines signaleren die kunnen wijzen op een verslechterende gezondheid. Een bedsensor kan waarschuwen wanneer iemand met valrisico opstaat, waardoor preventief kan worden ingegrepen. Deze technologieën roepen fundamentele vragen op, zoals het Rathenau Instituut benadrukt. De grens tussen zorg en surveillance vervaagt. Dit creëert een paradox van ‘welwillende surveillance’: de mechanismen bedoeld voor zorg zijn technisch niet te onderscheiden van mechanismen voor toezicht.
De stand van AI in huis is volwassen geworden. De technologie is de fase van simpele gadgets voorbij en manifesteert zich als een geïntegreerd systeem dat gespecialiseerde taken uitvoert, energiesystemen optimaliseert en zorg ondersteunt. Deze toegenomen capaciteit is onlosmakelijk verbonden met dataverzameling. De centrale afweging is daarmee verschoven van “werkt het?” naar “wat is de prijs van dit gemak in termen van mijn data, privacy en autonomie?”.