Kees van Brink Kees van Brink

Arbeidsmarkt & HR - De Stand

Artificiële intelligentie is een realiteit op de Nederlandse werkvloer geworden. Terwijl sommigen een productiviteitsrevolutie verwachten, vrezen anderen massaal banenverlies. Wat betekent de komst van AI echt voor onze banen, carrières en de toekomst van werk in Nederland? Dit artikel ontleedt de feiten achter de hype en schetst een beeld van de komende transformatie.

Artificiële intelligentie is een realiteit op de Nederlandse werkvloer geworden. Terwijl sommigen een productiviteitsrevolutie verwachten, vrezen anderen massaal banenverlies. Wat betekent de komst van AI echt voor onze banen, carrières en de toekomst van werk in Nederland? Dit artikel ontleedt de feiten achter de hype en schetst een beeld van de komende transformatie.

Mondiale voorspellingen lopen sterk uiteen

De discussie over de impact van AI op de arbeidsmarkt wordt gedomineerd door schijnbaar tegenstrijdige visies van wereldwijde denktanks. Het World Economic Forum (WEF) schetst in zijn Future of Jobs Report 2025 een beeld van netto banengroei, gedreven door de groene transitie en technologie. Dit macro-economische perspectief suggereert dat technologische vooruitgang, net als in het verleden, per saldo meer werk creëert dan het vernietigt.

 Tegenover dit optimisme staat de gedetailleerde taakanalyse van het McKinsey Global Institute (MGI). Hun onderzoek stelt dat tegen 2030 activiteiten die tot 30 procent van de gewerkte uren in de VS uitmaken, geautomatiseerd kunnen worden, mede door generatieve AI. Dit impliceert geen direct banenverlies, maar een fundamentele verandering in de inhoud van vrijwel elke baan en een enorme omscholingsopgave.

 Een meer alarmerend signaal komt uit een werkdocument van Stanford University. Dit onderzoek, gebaseerd op recente salarisdata, toont aan dat de werkgelegenheid voor starters in AI-gevoelige beroepen significant is gedaald, terwijl die voor ervaren professionals stabiel bleef of groeide. De transitiepijn is dus niet iets voor de verre toekomst, maar is nu al voelbaar voor de meest kwetsbare groep op de arbeidsmarkt. 

Deze drie visies spreken elkaar niet tegen, maar belichten verschillende lagen van de disruptie. Het WEF kijkt naar het eindresultaat op de lange termijn, McKinsey analyseert de onderliggende verandering in taken, en Stanford toont de eerste, pijnlijke symptomen in real-time. Zelfs als er netto banen bijkomen, kan de korte termijn gekenmerkt worden door frictie en ongelijkheid.

De ervaringskloof bedreigt starters

De data van Stanford wijzen op een structureel probleem: de devaluatie van onervarenheid. Routinematige instaptaken, de traditionele leerschool voor juniors, worden in hoog tempo overgenomen door generatieve AI. Bedrijven kunnen nu met een kleiner team van ervaren medewerkers en AI-assistenten productiever zijn, waardoor de noodzaak om starters op te leiden afneemt. Dit creëert een potentieel kritieke ervaringskloof: als de eerste sport van de carrièreladder verdwijnt, hoe leiden we dan de volgende generatie senior talent op? Dit vraagstuk dwingt tot een herbezinning op stages, traineeships en kennisoverdracht.

Nederland kiest voor waardig werk

In Nederland is de impact van AI eveneens concreet. De AI Monitor 2024 van het CBS en TNO toont aan dat bijna 23% van de bedrijven AI-technologieën gebruikt, vooral in marketing en administratie. Hiermee is AI de experimentele fase voorbij en wordt het een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering.

 De discussie wordt hier echter niet alleen in economische termen gevoerd. De Sociaal-Economische Raad (SER) benadrukt de noodzaak om "waardig werk" centraal te stellen, waarbij menselijke waardigheid en zeggenschap gewaarborgd blijven. Dit typisch Nederlandse Rijnlandse model positioneert AI niet als een onvermijdelijke natuurkracht, maar als een instrument dat we met bewust beleid kunnen vormgeven.

 Een analyse van het UWV voegt hieraan toe dat AI vooral denkwerk op middelbaar en hoger niveau raakt, zoals in de administratieve, juridische en creatieve sectoren. Dit markeert een historische trendbreuk: waar automatisering eerst arbeiders trof, richt AI zich nu op de kern van kenniswerk. De vanzelfsprekendheid dat een hogere opleiding immuniteit biedt tegen automatisering is daarmee verdwenen.

De HR-afdeling ondergaat een transformatie

Nergens is de transformatie zo direct voelbaar als binnen Human Resources. HR-afdelingen implementeren zelf op grote schaal AI-tools om processen te stroomlijnen. Onderzoeksbureau Gartner meldde dat begin 2025 al 61% van de HR-leiders bezig was met de inzet van generatieve AI. Een analyse van PwC stelt dat AI-agenten de menselijke inspanning in HR-processen met 40 tot 70% kunnen verminderen. AI-systemen analyseren cv's, voeren screenende gesprekken en stellen gepersonaliseerde leerpaden voor.

Deze technologische sprong komt echter met grote verantwoordelijkheden. De Europese Commissie heeft in haar AI Act veel van deze HR-toepassingen geclassificeerd als "hoog-risico". Dit dwingt organisaties tot strenge eisen rond transparantie en menselijk toezicht om discriminatie te voorkomen. Onderzoek van onder meer Tilburg University waarschuwt dat algoritmes, getraind op historische data, bestaande vooroordelen kunnen versterken.

 De grootste uitdaging is echter de vaardighedenkloof binnen HR zelf. Een enquête van AIHR wees uit dat slechts 9% van de HR-professionals zich voldoende toegerust voelt om met deze technologieën te werken. Paradoxaal genoeg kan de AI Act hier een positieve rol spelen: de wet dwingt bedrijven om hun processen kritisch te evalueren en te investeren in datageletterdheid, wat kan leiden tot eerlijkere HR-praktijken.

Nederlandse organisaties pakken de handschoen op

De abstracte discussie krijgt betekenis door te kijken naar concrete toepassingen in Nederland. Een sprekend voorbeeld is het UWV, dat samenwerkt met de Nederlandse AI-scale-up 8vance om zijn matching-systeem te moderniseren. Dit nieuwe platform kijkt niet naar functietitels, maar matcht kandidaten en vacatures op basis van een diepe analyse van vaardigheden en competenties. Dit markeert een verschuiving van een statisch, cv-gedreven model naar een dynamisch model waarin overdraagbare vaardigheden de centrale valuta zijn.

.De toekomst vraagt om menselijke vaardigheden

De rode draad in alle analyses is dat AI een fundamentele verschuiving in gevraagde vaardigheden veroorzaakt. De belangrijkste competenties voor de toekomst zijn een combinatie van technologische geletterdheid en uitgesproken menselijke eigenschappen als creatief en analytisch denken, veerkracht en nieuwsgierigheid. Naarmate AI routinematige cognitieve taken overneemt, worden "soft skills" zoals communicatie en samenwerken cruciaal. Een nieuwe, essentiële vaardigheid is het kritisch kunnen beoordelen van de output van AI-systemen.

De professional van de toekomst is geen techneut, maar een "centaur": iemand die diepgaande menselijke expertise combineert met de rekenkracht van AI. Een AI kan een contract opstellen, maar het vereist een menselijk oordeel om te bepalen of het eerlijk en strategisch is. De sleutel is niet zozeer programmeren, maar het stellen van de juiste vragen, het kritisch evalueren van de antwoorden en de wijsheid om het advies van de machine soms te negeren.

 AI is noch een sloopkogel, noch een simpele oplossing. De impact is complex en wordt nu gevormd door de keuzes van bedrijven en beleidsmakers. De Nederlandse aanpak, met zijn nadruk op "waardig werk", biedt een waardevol kompas. Het succes hangt af van een ongekende investering in scholing en een herbezinning op de waarde van vaardigheden boven diploma's. Nu AI steeds meer kenniswerk overneemt, staat de definitie van wat het betekent om een professional te zijn ter discussie.

Meer lezen