AI de grote energievreter

De honger van kunstmatige intelligentie naar stroom groeit sneller dan ons stroomnet kan slikken. Wat betekent dat voor onze banen, onze portemonnee en ons klimaat – en is AI tegelijk ook deel van de oplossing?

Een nieuwe speler op het energietoneel

Datacenters waren al energievreters, maar de opkomst van kunstmatige intelligentie (AI) doet daar nog een flinke schep bovenop. Volgens het Internationaal Energieagentschap zal het wereldwijde elektriciteitsverbruik van datacenters tegen 2030 meer dan verdubbelen tot circa 945 terawattuur – vergelijkbaar met het huidige verbruik van Japan. AI is de grootste aanjager. Alleen al in 2025 slurpt AI naar schatting 200 terawattuur op, twee keer het jaarlijkse verbruik van Nederland.

Die groei is niet alleen het gevolg van het trainen van enorme taalmodellen, maar vooral van het dagelijks gebruik ervan. Het genereren van teksten, beelden en video’s – ook wel de ‘inference’-fase genoemd – is een constante stroomslurper.

Een conflict dat dichtbij komt

De explosieve energievraag zet druk op elektriciteitsnetten die daar niet op berekend zijn. In de Verenigde Staten dreigen volgens Politico zelfs oude kolencentrales weer op te starten om de piekvraag van datacenters op te vangen. In Nederland is het stroomnet op veel plekken ‘vol’, waardoor nieuwe aansluitingen worden geweigerd. Als AI deze druk opvoert, wie krijgt er dan voorrang: een ziekenhuis, een fabriek of een serverpark?

Het economische verhaal is dubbel. Enerzijds kan AI miljarden toevoegen aan de wereldeconomie, ook in de Nederlandse techsector. Anderzijds gaat de concurrentie om stroom onvermijdelijk invloed hebben op de energierekening van bedrijven en huishoudens.

Huishoudens voelen de rekening

In sommige Amerikaanse staten berekenden onderzoekers al dat de maandelijkse stroomrekening met zo’n 37,50 dollar kan stijgen door de expansie van datacenters. Koneksa Mondo waarschuwt dat de kosten hier uiteindelijk ook bij de consument terechtkomen. In Nederland, waar energieprijzen de afgelopen jaren grillig waren, kan zo’n extra belasting hard aankomen, vooral bij huishoudens die al moeite hebben de eindjes aan elkaar te knopen.

Gezondheid en milieu onder druk

Meer stroom betekent niet automatisch meer CO₂-uitstoot, maar zolang hernieuwbare energiebronnen de groei niet bijbenen, stijgt de emissie. MIT News wijst erop dat veel datacenters draaien op elektriciteit met een hogere koolstofintensiteit dan het nationale gemiddelde. En naast stroom gebruiken ze enorme hoeveelheden water voor koeling – water dat in droge zomers elders node gemist kan worden.

Nederlandse gemeenten die nieuwe datacenters verwelkomen, krijgen dus niet alleen met ruimtelijke inpassing te maken, maar ook met vragen over waterrechten en energiebronnen.

AI als reddingsboei

Ironisch genoeg kan AI ook helpen het eigen probleem te verkleinen. Algoritmes kunnen het elektriciteitsnet efficiënter maken, hernieuwbare bronnen beter integreren en het energieverbruik van gebouwen optimaliseren. De vraag is alleen of deze winst groot genoeg is om de eigen honger te compenseren. Het Internationaal Energieagentschap en onderzoekers van PwC en Oxford spreken van een “dubbel mes”: elke besparing kan leiden tot méér gebruik, een bekend fenomeen dat ook wel de paradox van Jevons wordt genoemd.

Europa kijkt mee

De Europese Centrale Bank schat het huidige AI-gerelateerde verbruik in Europese datacenters op circa 20 terawattuur – 0,02 procent van het wereldtotaal – maar verwacht een groei van 90 TWh. Dat is zo’n 4 procent van het huidige EU-verbruik. Voor Nederland betekent dat een stevigere vraag naar elektriciteit, mogelijk hogere gasimporten en druk op de markt voor kritieke mineralen.

Het onzekere pad vooruit

Blijft AI een energie-etende reus, of groeit het uit tot een systeem dat zichzelf voedt met efficiëntiewinsten? In Nederland, waar innovatie en duurzaamheid vaak hand in hand moeten gaan, zal het antwoord bepalen of we AI zien als bondgenoot of als last. De strijd om stroom is begonnen – de uitkomst ligt nog open. Wat vinden wij belangrijker: technologische sprongkracht of een houdbare energietoekomst?

Vorige
Vorige

AI record: Covid-19 antistoffen in 5 dagen

Volgende
Volgende

Onderwijs & Leren – De Stand